Add a bookmark to get started

Website_Hero_Abstact_Architectural_Ceiling_P_0089_Mono
18 August 20209 minute read

Innovatiepartnerschap: The new kid on the block?

Het innovatiepartnerschap: quid?

De huidige maatschappelijke en technologische evoluties nopen tot innovatieve oplossingen, zo ook bij aanbestedende entiteiten. Maatschappelijke transities vragen immers om innovatieve oplossingen, in het bijzonder voor de publieke sector. In de praktijk blijkt het voor aanbestedende instanties evenwel geen sinecure om innovatieve oplossingen in te kopen. Toch bevat de overheidsopdrachtenwetgeving hiervoor een interessante oplossing die tal van voorbeelden biedt, te weten het innovatiepartnerschap.

Het innovatiepartnerschap betreft een relatief nieuwe aanbestedingsprocedure waarin het ontwikkelen van innovatieve oplossingen wordt gecombineerd met het daadwerkelijk inkopen van deze oplossingen. Dit laat aanbesteders toe om beter en sneller in te spelen op allerhande maatschappelijke vraagstukken waarop de huidige economische markt nog geen antwoord biedt.

Het innovatiepartnerschap begint met een diepgaande marktanalyse en een concrete behoeftebepaling, gevolgd door een scherpe partnerkeuze. Het betreft een uitermate flexibele aanbestedingsprocedure waarbij het partnerschap kan worden aangegaan met één of meerdere innovatiepartners, en waarbij deze partners gaandeweg de procedure kunnen afhaken of afvallen. Dit heeft tot positief gevolg dat er een gedegen selectie kan plaatsvinden, hetgeen aanbesteders in staat stelt om de beoogde innovatieve oplossing samen met de meest geschikte innovatiepartners te ontwikkelen (i.e. de zgn. co-creatie).

In wat volgt, zal op inleidende wijze worden ingegaan op (i) het juridisch kader met betrekking tot het innovatiepartnerschap, (ii) de meerwaarde ervan ten aanzien van andere innovatievriendelijke aanbestedingsprocedures, (iii) het procedureel verloop van het innovatiepartnerschap, alsmede op (iv) de talrijke voordelen ervan vanuit maatschappelijk-economisch en juridisch oogpunt.

Juridisch kader

Het innovatiepartnerschap is een relatief nieuw concept in het (Europese) aanbestedingsrecht, welke op nationaal niveau zijn grondslag vindt in artikel 40 Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (hierna: de “Overheidsopdrachtenwet”) (klassieke sectoren) en artikel 122 Overheidsopdrachtenwet (speciale sectoren).

Meer concreet biedt het innovatiepartnerschap aan aanbesteders de gelegenheid om samen met één of meerdere partners een onderzoeks- en ontwikkelingstraject in te gaan met het oog op het vervaardigen van een product, werk of dienst met een hoog innovatief karakter. Het gaat hierbij om een eindproduct dat op het moment van de aankondiging van de opdracht nog niet op de markt verkrijgbaar is (en derhalve, zoals de naam van het concept doet uitschijnen, een innovatief karakter heeft). Aldus viseert het innovatiepartnerschap de inkoop van innovatieve oplossingen die niet “off-the-shelf” beschikbaar zijn op de economische markt.

Het innovatiepartnerschap kan met andere woorden enkel worden ingezet voor de aanschaf van een nieuwe of aanmerkelijk verbeterde oplossing. Het gaan dan om aanmerkelijk verbeterde oplossingen die zonder aanvullend onderzoek en ontwikkeling niet als dusdanig op de markt verkrijgbaar zijn. Het betreft bijvoorbeeld oplossingen waarbij op een unieke wijze bestaande deeloplossingen worden gecombineerd of waar een bestaande oplossingen dermate wordt doorontwikkeld zodat dit leidt tot een aanmerkelijke verbetering van deze bestaande oplossing. Een aanmerkelijk verbetering kan op verscheidende aspecten betrekking hebben, zoals functionaliteit, duurzaamheid, levenscycluskosten, betrouwbaarheid en veiligheid.

Het innovatiepartnerschap versus de overige innovatievriendelijke aanbestedingsprocedures

Gelet op wat voorafgaat, is een innovatiepartnerschap bijgevolg geschikt voor specifiek gevraagde innovaties die de markt nog niet uit zichzelf ontwikkelt. Voor een goede afweging, wordt hieronder het innovatiepartnerschap naast de overige innovatievriendelijke aanbestedingsprocedures gezet:

Behoefte Geschikte procedure
Innovaties zonder ontwikkeltraject die goed zijn te specificeren Mededingingsprocedure met onderhandeling
Moeilijk te specificeren innovaties zonder ontwikkeltraject Concurrentiegerichte dialoog
Een prototype van een innovatieve oplossing laten ontwikkelen, zonder direct een afname vast te leggen Precommercieel aankopen (PCP)
Starten van een ontwikkeltraject voor een innovatieve oplossing, inclusief de afname ervan Innovatiepartnerschap

Het innovatiepartnerschap betref overigens een uiterst flexibele aanbestedingsprocedure. De redenen hiervoor zijn talrijk:

  • Met het opzetten van het innovatiepartnerschap wordt beoogd om in éénzelfde procedure de ontwikkeling van een innovatieve oplossing én de daaropvolgende aankoop van deze oplossing te bewerkstelligen, hetgeen deze procedure onderscheidt van de overige klassieke aanbestedingsprocedures. Hierdoor wordt een einde gemaakt aan de verplichting om afzonderlijke opdrachten uit te schrijven voor onderzoek en ontwikkeling, enerzijds, en de aankoop van het product dat hieruit voortvloeit, anderzijds.
  • Het innovatiepartnerschap is niet noodzakelijk beperkt tot één partner: de aanbesteder kan met verschillende partners samenwerken. Na elke fase wordt bekeken of de tussentijdse doelen behaald zijn, waarna de aanbesteder kan besluiten het innovatiepartnerschap te beëindigen of het aantal partners te verminderen door individuele opdrachten in te trekken.
  • Het innovatiepartnerschap betekent een relatief lange (en bijgevolg solide) samenwerking tussen overheid en markt. Dit alles vindt plaats binnen een partnerschap dat gesloten wordt tussen de aanbesteder en de begunstigde onderneming-marktspeler(s) (i.e. de innovatiepartner(s)). Het innovatiepartnerschap biedt hiermee een handvat om vroeg in het innovatieproces met de meest geschikte marktspelers samen te werken om alzo gezamenlijk de richting en inhoud van de innovatieve oplossingen te bepalen, hetgeen tot co-creatie leidt. In die zin biedt het innovatiepartnerschap alle ruimte voor creativiteit, maatwerk en doorgedreven gesprekken.
Procedureverloop

Het innovatiepartnerschap bestaat in essentie uit drie fases, te weten (i) de selectie- en gunningsfase, (ii) de onderzoeks- en ontwikkelingsfase en (iii) de commerciële fase.

  • Het innovatiepartnerschap begint met een diepgaande marktanalyse en een concrete behoeftebepaling, gevolgd door de selectie van de meest geschikte innovatiepartner(s) in dit verband. Met deze innovatiepartner(s) maakt de aanbesteder eerst in dialoog afspraken omtrent de voorwaarden waaronder de innovatie zal worden ontwikkeld en kan worden afgenomen, en bij wie het intellectueel eigendomsrecht komt te liggen. De aanbesteder kan dan een partnerschap sluiten met een of meerdere partners die afzonderlijk én parallel onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten zullen verrichten.
  • Na gunning (het resultaat van de vorige fase) start de onderzoeks- en ontwikkelingsfase waarin de innovatieve oplossing wordt ontwikkeld conform de daartoe gemaakte afspraken, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van een prototype. Bijzonder aan deze fase is de intensieve samenwerking tussen de aanbesteder en de innovatiepartner(s). Gaandeweg zal de aanbesteder in dit kader nagaan of de gekozen innovatiepartner(s) voldoe(t)(en) aan de tussentijdse doelen die werden vooropgesteld. Zo niet kan de aanbesteder, zoals hoger vermeld, het aantal partners verminderen dan wel besluiten om het innovatiepartnerschap te beëindigen. De vergoeding aan de partners vindt in de onderzoeks- en ontwikkelingsfase plaats in passende termijnen. De duur van de onderzoeks- en ontwikkelingsfase is afhankelijk van de noodzakelijke innovatiegraad. Daarnaast moet de omvang van de onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden proportioneel zijn met de uiteindelijke verwachte afname.
  • Als de ontwikkelingsfase succesvol wordt afgerond, vindt de commerciële fase plaats waarin de uitrol en de aankoop van de ontwikkelde producten, diensten of werken plaatsvindt.
Toepassingsgevallen en wederzijdse voordelen: maatschappelijk-economische en juridische relevantie

Hoger werd uiteengezet dat het innovatiepartnerschap de geknipte tool uitmaakt bij het realiseren van een bepaalde behoefte waarbij nog een belangrijke onderzoeks- en ontwikkelingscomponent vereist zou zijn. Men denke hierbij bijvoorbeeld aan de heersende problematiek van o.m. de vergrijzing, het mitigeren van het risico op een nieuwe pandemie en de gevolgen van de huidige COVID-19 pandemie, duurzame landbouw, een groen-, hernieuwbaar- en efficiënt energiegebruik, duurzaam vervoer, klimaatverandering, duurzaam bouwen, het afvalbeleid, budgettaire tekorten, enzovoort. De (maatschappelijke) toepassingsgevallen in dit verband zijn kortom legio. Aanbesteders hebben er dan ook alle belang bij om dergelijke problemen op innovatieve wijze onder handen te nemen, niet in het minst omwille van de vele (schaal)voordelen die hiermee gepaard gaan.

Ook vanuit het standpunt van de innovatieve ondernemingen-marktspeler(s) genereert het innovatiepartnerschap heel wat voordelen. Zo worden heel wat innovatieve ondernemingen nog steeds geconfronteerd met ongunstige randvoorwaarden en belemmeringen met betrekking tot het commercialiseren van innovatieve oplossingen, aangezien deze vaak als te riskant worden aangemerkt. Zonder enig zicht op een mogelijke return on investment zien ondernemingen bijgevolg vaak af van innovatief onderzoek, waardoor veelbelovende innovatieve oplossingen de uiteindelijke marktintroductie niet doorstaan. De publieke sector bevindt zich nochtans, mede gelet op de mogelijkheid van het innovatiepartnerschap, in de ideale positie om deze risico’s te mitigeren en zodus om (i) hoger vermelde ongunstige belemmeringen fundamenteel aan te pakken en om (ii) als innovatiepartner een zekere return on investment te bieden. Dit aanwenden van een voorzienbare en zekere vraag op het te ontwikkelen aanbod zou de nodige zekerheid kunnen bieden aan zowel grote, kleine als middelgrote (innovatieve) ondernemingen, en zou bijgevolg leiden tot een expansie van de marktintroductie van innovatieve werken, leveringen en/of diensten.

Dergelijke samenwerking spreekt bovendien ook in het voordeel van de slimme, duurzame en inclusieve groei die aan de wieg ligt van de Europa 2020-doelstellingen, waar overigens de kiem werd gelegd voor het idee van innovatieve aanbestedingen.

Er kan dus zeker worden gesteld dat dergelijke manier van aanbesteden, in het bijzonder gelet op de recente technologische en economische evoluties die gaande zijn, meer en meer aan populariteit inwint en zulks ook gestimuleerd wordt, niet in het minst vanuit Europese invalshoek. Het zou dan ook zonde zijn om te dezen in de denkfout “onbekend is onbemind” te vervallen: de oplossing ligt immers voor het grijpen.

Print